Als een vlek mijn trui bevuilde,
Even wassen en weer aandoen.
Even spoelen en gewoon weer aandoen,
Het deed me weinig.
Maar om jou ben ik verdrietig,
Zonder col ontzettend nietig.
Je wol die om mijn huid blijft zitten,
Me geen moment met rust laat.
En dat er truien zijn met v-hals,
En dat er truien zijn met kragen.
En dat er truien zijn die prettig dragen,
Dat kan ik nu niet meer begrijpen.
Ik voel alleen de pijn van col waar is ze,
Ik voel alleen de pijn van jou hier bij me missen.
En ik kan hem niet meer aandoen,
Ik kan hem echt nu niet meer aandoen.
En ik zou je willen wassen,
Door leontine laten wassen.
Als ik wist dat dat nog zin had,
Maar al dagen aan het weken en het weken duurt nog jaren.
Deze trui krijg ik niet witter,
En daarvan wordt mijn hart zo bitter.
Waarom nou jij, waarom nou jij, waarom nou jij?
Waarom zit jij nu vol met vlekken,
Waarom nou al die vieze plekken.
Waarom kan jij me niet bedekken,
Waarom heb ik nu niets om aan te trekken?
Ik houd je vast in mijn gedachten,
Ik zie je nog met wasverzachter.
Ik mis je col en ook je mouwen,
Daar ik je nooit meer op zou vouwen.
Mijn armen niet meer in je mouwen.
Dus draag ik mijn leren lange broeken,
Die zonder col me niet staan.
Met geen enkele trui voor morgen,
Geen trui voor wat dan ook.
Draag gewoon mijn lange broeken,
Ik draag gewoon mijn leren lange broeken.
Maar ik wil niet,
Ik wil niet meer.
Als een vlek mijn trui bevuilde,
Even wassen en weer aandoen.
Even spoelen en gewoon weer aandoen,
Het deed me weinig.
Maar om jou ben ik verdrietig,
Zonder col ontzettend nietig.
Je wol die om mijn huid blijft zitten,
Me geen moment met rust laat.
En dat er truien zijn met v-hals,
En dat er truien zijn met kragen.
En dat er truien zijn die prettig dragen,
Dat kan ik nu niet meer begrijpen.
Ik voel alleen de pijn van col waar is ze,
Ik voel alleen de pijn van jou hier bij me missen.
En ik kan hem niet meer aandoen,
Ik kan hem echt nu niet meer aandoen.