Acht kloeke zeuns had moeder cordula
en zeven zijn der naar and#8216;t vreemde gegaan
zo wijd over zee daar lag canada
moeder maria, lat dat schip nie vergaan
lat dat schip nie vergaan
Moeder cordula moest and#8216;s nachts altijd dromen
en ook overdag keek ze dikwijls deur and#8216;t raam
mijn zeven jongens gaan wel rap were komen
gezond en wel en met goud belaan
ze komen wel were met goud belaan
Lieve moeder, we zijn goed aangekomen
wand#8217; hèn brood en beuter en van alles genoeg
and#8216;t is hier een groot land, veel water en veel bomen
en we meugen vele werken van and#8216;s nuchtens vroeg
we meugen vele werken van and#8216;s nuchtens vroeg
Ze stak de brieven in een doze al thope
bie de portretten van and#8216;t verre schoon land
ze wist lijk heur jongens deur de kamer lopen
als ze brieven herlas met bevenden hand
herlas ze de brieven met bevenden hand
Twee broers zijn gestorven daar in dand#8217; eerste jaren
en de vijf andre zijn al ginder getrouwd
voor vrouw en kinders menage vergaren
moeder, ik kom wel als mijn huis is gebouwd
moeder, ik kom wel als mijn huis is gebouwd
Der kwamen nog brieven gebrekkig geschreven
en moeder cordula zag al lang nie meer klaar
waar zijn mijn zeven jongens gebleven
and#8216;t is avond en ik wacht nu al dertig jaar
ik wacht nu al dertig jaar
Ze zat stokoud aan and#8216;t raam in heure zetel
als endlijk eene zeune kwam na veertig jaar
u kenne and#8216;k ik nie vent, je zijt oud en versleten
mijn kind is jong en hè schoon zwart haar
mijn kind hè schoon zwart haar
Acht kloeke zeuns had moeder cordula
en zeven zijn der naar and#8216;t vreemde gegaan
zo wijd over zee daar lag canada
moeder maria, lat dat schip nie vergaan
lat dat schip nie vergaan
zo wijd over zee daar lag canada
moeder maria, lat dat schip nie vergaan
lat dat schip nie vergaan